1. Geef leiderschap door
Leiders moeten niet alles zelf willen doen. Jongeren hebben talenten die Gods koninkrijk zichtbaarder, mooier en rijker maken. Jongeren willen niet alleen consumeren, maar ook meedoen. Durf jongeren dan ook verantwoordelijkheid te geven. Geef ze de ruimte, zodat ze hun kwaliteiten kunnen ontwikkelen en zich kunnen inzetten. Essentieel daarbij is dat we jongeren goed begeleiden. De onderzoekers gebruiken het voorbeeld van ouders die de autosleutels aan hun kind geven nadat het zijn rijbewijs heeft behaald. Het kind krijgt waardering en verantwoordelijkheid, maar dat rijbewijs kreeg het niet zomaar. Het heeft eerst leren rijden.
2. Leef je in
Heb empathie voor de jongeren en begrijp en waardeer jongeren. Wees op de hoogte van wat er vandaag speelt. Houd van ze en weet wat een jongere persoonlijk bezighoudt. Probeer te begrijpen wat het betekent om vandaag jong te zijn. Verplaats je in het leven van jongeren in plaats van hun leefwereld te veroordelen en te bekritiseren. Dit betekent niet dat je het met alles eens moet zijn, maar ga vooral met jongeren in gesprek.
3. Zet Jezus en zijn boodschap centraal
Als kerk mogen we Jezus en wat Hij zegt en doet centraal zetten. Dit betekent dat de focus minder ligt op abstracte dogma’s, formules en formulieren of op de traditie van de kerk. We mogen jongeren inwijden in een leven waarin Jezus en zijn boodschap centraal staan. Dit betekent niet dat de boodschap voor jongeren versmald of versimpeld moet worden. Jongeren willen geen geloof als ticket om in de hemel te komen. Ook willen jongeren niet dat het evangelie versmald wordt tot ‘zorg goed voor je naaste, want dan zal God voor jou zorgen’. Of ‘leef moreel een goed leven, want dan is God er als je Hem nodig hebt’.
4. Werk aan een warme gemeenschap
Werk als kerk bewust aan een cultuur waarin men op elkaar betrokken is. Een warme gemeenschap waar jongeren zich gezien weten. Jongeren willen zich welkom voelen. Ze willen de ruimte om zichzelf te zijn en willen contact met andere generaties. Relaties zijn daarin belangrijker dan activiteiten. En binnen die relaties willen jongeren ook hun moeite, twijfel, ongeloof kunnen delen. Kerken worden uitgedaagd om vooral te investeren in vriendschappen, met leeftijdgenoten en daarnaast ook met gemeenteleden van andere leeftijden.
5. Geef de jeugd (en gezinnen) in alles aandacht
Dit blijkt het meest doorslaggevende kenmerk te zijn. Wanneer dit kenmerk ontbreekt, dan vergrijst de kerk. Voorkom dat het jeugdwerk geïsoleerd raakt van het gemeenteleven als geheel. Het jeugdwerk mag geen eiland zijn. Kies er als kerk bewust voor om jongeren en hun leefwereld centraal te zetten. Bekijk alle aspecten van gemeente-zijn vanuit jongeren. Als jongeren ervaren dat ze gewaardeerd worden en er aandacht is voor hen is, heeft dit een enorme uitwerking op de rest van de gemeente. Zoek naar creatieve manieren om hen te ondersteunen en hen te betrekken bij elk facet van de gemeenschap. Ouderen worden daarbij niet vergeten, maar de focus is erop gericht om generaties met elkaar te verbinden. Automatisch komen daarbij ook de ouders van de jongeren in beeld, omdat zij de meeste invloed op hen uitoefenen. Ondersteun ouders in de (geloofs)opvoeding, maar ook in hun huwelijk. Werk aan een cultuur waarin jongeren en hun gezinnen prioriteit hebben in visie, budget, werkers in de kerk en organisatie.
6. Wees relevant voor anderen
Focus als kerk niet op de zondagse eredienst, maar richt je op de samenleving waarin jongeren leven. Kerken die de wereld buiten de kerkmuren willen houden en haar veroordelen, worden door jongeren als vermoeiend ervaren. Jongeren willen betrokken zijn bij een gemeenschap die openstaat voor anderen en de cultuur waarin we leven. Waarin ruimte is voor de dialoog. Iedereen moet welkom zijn en de kerkelijke gemeenschap zou een weerspiegeling moeten zijn van de samenleving in de lokale context. Geloof is voor jongeren niet iets abstracts waarin alles is vastgelegd. Ze willen ontdekken wie ze zijn, waar ze bij willen horen, waar hun hart ligt en hoe ze dit het beste kunnen vormgeven in het dagelijks leven. Gezamenlijke missionaire/diaconale activiteiten (zowel dichtbij als ver weg) dragen daaraan nadrukkelijk bij.